Boeddhadharma. Haikus. Basho's les: leven blazen in een haiku

Boeddhadharma. Haikus. Basho's les: leven blazen in een haiku


In Japan komt een rode, vrij grote libelle-soort voor. In het Engels dragonfly genoemd. Kikaku, een van de leerlingen van Basho, de grote haikudichter, liet zijn leermeester, na een tocht door de zomervelden, een net geschreven haiku lezen:


 Trek een paar vleugels,

Uit de drakenvlieg: en kijk-

Een rode peper!


Het gedicht voldoet (ook in mijn vertaling uit het Engels*) aan alle haiku-regels. Het bestaat uit 5-7-5 lettergrepen. We zien wat de jonge dichter bedoelt, we herkennen de ervaring die hij weergeeft en we voelen de suggestie: de vrolijke wreedheid van een kind. Wat we tevens kunnen opmerken is dat ook een haiku wel eens kennis over specifieke zaken vooronderstelt, want het is belangrijk te weten dat de basis voor de vergelijking tussen de twee laatste regels de kleur rood is: de bekende, want genoemde kleur van de peper en de als bekend veronderstelde kleur van deze specifieke libelle (en van bloed). Want zo illustreert dit vers heel goed het idee van de wende, of snede (kiru), na de tweede regel; waarbij het de lezer is, die de delen bijeenbrengt (heelt) door het verbindende element tussen twee onder elkaar geplaatste, schijnbaar onverbonden, liefst tegengestelde zaken er zelf bij te denken. 


Maar:


Nee, zei Basho, dat is geen haiku. Zo dood je de libelle.

Wanneer je een haiku wilt componeren en hier leven in wilt blazen, kun je beter het volgende zeggen:


Zet een paar vleugels

Op een rode peper en -

Kijk: een drakenvlieg! 



 

* Kenneth Yasuda Japanese Haiku. Its Essential Nature and History. p. 225

 Vertaling haiku en commentaar: Peter van Hooft, Zoetermeer, zomer 2015



Foto (by André Karwath) te zien op wikipedia: Dragonfly