Chinese filosofie. Dao-jia. De DAO van CHI, Yin en Yang 


De DAO van CHI, Yin en Yang 

 

DAO, CHI, Yin en Yang zijn termen die in al het Chinese filosoferen, door al 'de honderd scholen' en door de drie Grote Vormers: het confucianisme, daoisme en het Chinese boeddhisme worden verondersteld, gebruikt en doordacht. 


Daarom wil ik hier in het kort deze termen duiden, om vervolgens hun onderling verband en belang aan te geven. In de Wijsgerige Jaargang gebeurt dat uiteraard uitgebreider en dan vooral, gedurende de afgelopen 2 laatste bijeenkomsten, vanuit de I Tjing (I JING), het oudste boek in China, eerste onder de 5 Chinese klassieken, eerbiedwaardig reeds in de dagen van Confucius. In de tijden daarna geraadpleegd en becommentarieerd door confucianisten, daoisten en boeddhisten. (Zo is er ook 'The Buddhist I Ching' en 'The Taoist I Ching', beide vertaald door Thomas Cleary. )

Daarnaast wordt tijdens deze bijeenkomsten ook aandacht gegeven aan de praktische toepasbaarheid van dit boek en de YIN/YANG denk- en werkwijze d.m.v. specifieke denkoefeningen en meditaties. 


 In de Grote Verhandeling, een oud, aan Confucius toegeschreven commentaar op de I JING, staat: 'TAU is datgene, wat nu eens het donkere en dan weer het lichte laat verschijnen'. 'Het donkere, de aarde, in de I Tjing weergegeven door een open lijn: - - wordt (in latere tijden) YIN genoemd; het lichte (de hemel, weergegeven door een gesloten lijn —) krijgt dan de naam YANG. Oorspronkelijk betekent YIN echter de schaduw- en YANG de zonnige zijde van een heuvel en het is van belang deze nogal wisselende duiding voor ogen te houden, daar YIN en YANG niet verwijzen naar 'het donkere' of 'het lichte' op zich (an sich), en zeker niet refereren aan grootheden als 'het licht' en 'de duisternis', noch zijn zij 'het mannelijke' of 'het vrouwelijke', maar yin en yang beschrijven altijd relaties. In elke relatie is er een openen en sluiten, een oplichten en verduisteren; overschaduwt het één het ander in één of ander zeer specifiek opzicht. 'Where three people walk, there will certainly be my teacher among them.' Confucius.


 Dit wisselen tussen YIN en YANG is wat KI: energie (oorspronkelijk: adem) wordt genoemd en de DAO wordt dan vaak gezien als het ritme, het patroon, de vorm van de KI: als opeenvolging van en wisseling tussen yin en yang en precies dit wordt 'de weg' (DAO) genoemd. Chi (Qi, Ki) is dus de energie die de van zichzelf lege, onnoembare DAO 'vult': KI doordringt het universum, oftewel: het universum is de totaliteit van KI in voortdurende beweging en verandering. Deze energie doordringt alles en alles is door KI verbonden in een organisch geheel (DAO).


 Er is dus niet iets in essentie yin dan wel yang. Er zijn geen dualistische entiteiten als 'goed' of 'kwaad' en of iets yin of yang is hangt af van de relatie. Zo kan een en dezelfde vrouw YANG zijn tegenover een andere vrouw die minder kennis heeft dan zij, maar zij kan YIN zijn tov dezelfde vrouw in de sportschool. Dit kan ook nog eens wisselen, als de eerste vrouw in de steek gelaten wordt door haar geheugen, of de ander haar rug blesseert.

 YIN en YANG zijn: (1) universeel, transcendentaal en immanent: yin and yang zijn alomtegenwoordig, alles 'vullend' in het universum (dat hiermee samenhang verkrijgt en tot een kosmos wordt); ze zijn aldoortrekkend en zijn geen krachten buiten ons, maar zijn in alles en binnen ons aanwezig. YIN en YANG zijn (2) fundamenteel: zij zijn in hun inter-actie, bron en voortstuwende kracht voor elk proces (in die zin goed vergelijkbaar met Schopenhauer's Wil); ze zijn (3) complementair: afhankelijk en competatief. Daar beide een deel zijn van het geheel aan QI, groeit YIN wanneer YANG mindert en wanneer YANG aansterkt, verzwakt YIN. YIN/YANG zijn dus ook (4) dynamisch en geïnterrelateerd: ze gaan constant in elkaar over en zijn dus niet op te vatten als essenties: "Yin is a becoming-yang; yang is a becoming-yin". Tenslotte bewegen ze steeds naar wat (idealiter en op een omvattender niveau in de Chinese filosofie) HE wordt genoemd: een (5) harmonieus equilibrium. Deze ideale staat is wat het beroemde symbool [ laat zien. Yin en YANG zijn dan in evenwicht, met hun tegendeel (als onderdelen) in zich opgenomen, zoals de stippen laten zien.


De daoïstische strateeg Sun Bin noemt dit: het patroon van hemel en aarde. Want zegt hij:


"Wanneer iets zijn uiterste grens bereikt heeft, keert het terug; wanneer iets tot volle wasdom is gekomen, raakt het in verval. [Dit wordt duidelijk gemaakt door de zon en de maan.] Bloei en verval volgen elkaar op. [Dit wordt verduidelijkt door de opeenvolging van de vier jaargetijden.] Iets overwint om te worden overwonnen. [Dit wordt duidelijk in de opeenvolging van de 5 fases (wu shing).] Leven en dood volgen elkaar op. [Dit wordt duidelijk in de levenscycli van de biljoenen wezens.] Vermogen en onvermogen volgen elkaar op. [Dit wordt duidelijk in de groeiprocessen van de biljoenen wezens] en terwijl er een overvloed is aan sommige dingen, zijn andere zaken zeer schaars."


 Dit is de DAO van YIN en YANG: alles in beweging, op zoek naar balans. Of, zoals Mao Zedong dit zei:


'Alles onder de hemel verkeert in opperste chaos; de situatie is uitstekend'


Vandaag de dag is dit soort van Chinese denken meer dan ooit van toepassing.

 

Zoetermeer, 25 februari 2016