Boeddho-socratische dialoog. Werken met het Edele Achtvoudige Pad

De boeddho-socratische dialoog. Werken met het Edele Achtvoudige Pad


Dit is een weergave van de structuur die ik geef aan wat ik noem De boeddho-socratische dialoog.

Dit is tevens een oefening die je kunt inzetten als dialoogvorm.

Deze is gepubliceerd in het boek 'Hoog Spel' van Jos Kessels.


Je kunt een gesprek of een begeleiding de vorm geven van een weg die we samen begaan. Een model dat ik als wijsgerig coach geregeld toepas is ‘het edele achtvoudige pad’. Dit is een een centraal leerstuk uit het oudste boeddhisme, toegeschreven aan Siddharta Gautama, en het vormt al eeuwenlang de kern van de boeddhistische praktijk. Hoe kun je als praktiserend filosoof deze oude weg opnieuw begaan, ook als je geen boeddhist bent? 


Na een korte uitleg over wat het Pad inhoudt (een stukje boeddhologie), gaan we ermee aan de slag. Dit doen we socratisch door de eigen ervaring te bevragen en dan ook meditatief te doordenken. Het doel is om inzicht te krijgen in deze boeddhistische methodiek, in de wisselwerkingen tussen filosofie en meditatie en [wie weet?] in de eigen Boeddha-natuur. [Als we onderzoeken wie het pad begaat]


In het boeddhisme staat de notie van het edele achtvoudige pad zeer centraal. Het is één van de oudste leerstukken van het boeddhisme en vormt de kern van de boeddhistische praktijk. Hoe kun je als praktiserend filosoof deze oude weg begaan, ook als je geen boeddhist bent? Als oefening pas ik deze weg al vele jaren, in vele gesprekken, workshops en andersoortige situaties, expliciet, maar vaker nog impliciet toe.


De bron

In het Pali, de taal waarin de oudste leer van het boeddhisme is opgetekend, heet deze oefening: āryāstāngamārga, d.w.z. het pad langs 8 stappen die een mens edel (tot een boeddha) maken. We proberen met de oefening wat stapjes in die richting te zetten.


Het pad (als levens- en denkweg) ontstaat door het ontwikkelen (bhavana) van een:


1] juiste zienswijze (sammā-ditthi) 

2] juiste intentie/houding (sammā-sankappo)

3] juiste spraak (sammā-vācā)

4] juist handelen (sammā-kammanto)

5] juiste levensinrichting, implementatie (sammā-ājīvo) 

6] juiste inzet, toewijding, discipline  (sammā vāyāmo)

7] juiste aandacht (= mindfulness) (achtzaamheid) (sammā-sati)

8] juiste concentratie (sammā-samādhi)


Het woordje juist (sammā) keert steeds terug. Daar ligt dan ook vaak de focus. In plaats van (als gebruikelijk) te bespreken wat men binnen (één van de richtingen in) het boeddhisme verstaat onder juist (wat een historisch-filosofische benadering zou inhouden), bezien en doorlopen we de weg als een wijsgerig onderzoeksmiddel. We zijn dan niet alleen op zoek naar wat juist is, maar ook naar wat passend is in een specifieke situatie. Je kunt deze oefening binnen een individueel coachingstraject of in groepsverband uitvoeren als stappenplan voor een onderzoeksgesprek. Dit gaat zo:


STAPPEN

A. De aanzet

Er is één voorbeeldgever. Schets een lastige situatie waarin je twijfelt aan wat pass

end of juist zou zijn (geweest). 

De situatie kan van alles inhouden, maar moet te onderzoeken zijn (open voor onderzoek).

Bij voorbeeld: ik heb een conflict binnen mijn familie, of: met mijn opdrachtgever. Nog algemener: deze situatie (x) is/was lastig. Ik weet niet wat mij hier te doen staat. Of: heb ik hier goed aan gedaan?We  starten het wijsgerige onderzoek met 'het niveau van de feiten’. Er is een vragensteller, maar vragen kunnen ook vanuit de groep worden gesteld..


We vragen: Wat is/was er aan de hand? Wat is de situatie? We vragen naar het wat, wanneer, hoe en waar. Als we dit niveau van de feiten wat helder hebben en zo mogelijk een hittepunt of gewetensvraag hebben kunnen traceren door te vragen: ’waar draait het hier om, wat is hier de kwestie?), dan brengen we de 8 stappen in. Dit vormt: 


B. Denkbeweging 1:

de weg als vragenronde (De nummers corresponderen met het hierboven beschreven Pad).


1. Wat voor zienswijze ligt aan de situatie ten grondslag? Of te wel: welke zienswijze ligt er ten grondslag aan de wijze waarop dit voorbeeld vorm krijgt? Wat zijn de ideeën die hier een rol in spelen? Meer concreet: wat wil(-de) je bereiken en waarom?

De voorbeeldgever  krijgt gelegenheid iets te zeggen over deze vragen. Zij en de deelnemers maken eventueel aantekeningen.

Vervolgens vragen wij ons af: 

2. Wat was de houding die je innam?

Vanuit wat voor houding kreeg de situatie vorm? Stond/stapte je hier open /gesloten / gespannen /ontspannen /vriendelijk /mededogend /vijandig in? Vraag zo nodig naar fysieke en mentale aspecten. (De achterliggende vraag is: is b in overeenstemming met a?)

3. Wat kwam ter sprake? Wat was het onderwerp? Wat werd er gevraagd, of beweerd? En ook: Hoe kwam dit ter sprake? Wat was de toon (-zetting)? 

4. Wat deed de vbg in het voorbeeld? Wat deed zij bewust? Wat waren haar gebaren? Uitdrukking? Kortom, wat waren de handelingen?


Intermezzo: een bezinningsmoment: Ga goed zitten, word je bewust van je intentie en richt je aandacht op je aanwezigheid en adem. We verankeren onze aandacht: we worden ons bewust van wat er nu gebeurt, wat dit doet. We worden bewust van ons lijf en vragen vervolgens af:


5. was dit (de situatie 1-4) in overeenstemming met de levensinrichting (of levenswijze) die je nastreeft? 

6. Was hier sprake van een gepaste inzet? Een juiste mate van beheersing? Was er hier een teveel, of een tekort?

7. Was hier sprake van een gepaste aandacht? Waar ging de aandacht naar uit? Wat viel buiten de aandachtscirkel?

8. Waar lag de concentratie? Was de focus (te) nauw? (te) wijd?


C. Afsluiting: Vraag na wat deze oefening heeft opgeleverd. Hoe kijk je er nu tegen aan? Wat dacht je toen we dit pad zo volgden? Wat voelde je?

Vaak levert dit al voldoende denkmateriaal op. Bovenstaande oefening is binnen een uur uit te voeren. Als er meer tijd is, gaan we de volgende ronde in:


D. Denkbeweging 2: tegen de haren in

Geef het resultaat weer op een flipover. Neem dit als als uitgangspunt om verder door te vragen:


8’. Waar zou je je nu (na dit onderzoek) op willen concentreren?

7’. Waar zou je, nu je dit hebt onderzocht, meer aandacht aan (hebben) willen geven? 

6’. Zou daarmee je inzet veranderen? Zou je meer terughoudend zijn, of juist niet?

5’. Wat zou dit betekenen voor je manier van leven? Zou je een andere levensinrichting nastreven?

4’. Zou je op basis van het onderzoek nu anders handelen?

3’. Anders spreken?

2’. Zou je houding daarmee anders zijn? In welke zin?

1’. Zou dit beter in overeenstemming zijn met je zienswijze? Wil je die nu aanscherpen?


Breng, op dit punt aangekomen, de zienswijze van de andere deelnemers in (vanuit eerder door hen gemaakte notities).

Nu kunnen we dit onderzoek afsluiten met een korte gezamenlijk evaluatie: wat hebben de stappen opgeleverd aan inzicht? Wat heeft het begaan van deze denkweg je geleerd?  Ook dit kunnen we noteren op een flipover. We kunnen ook voortgaan op het Pad, met


E. Denkbeweging 3: van pad naar wiel

We kunnen dan het Pad in zijn geheel bezien en de ene stap in verband brengen met de andere. Daarbij is het raadzaam de denkweg van de Boeddha weer te geven als een wiel. Daarmee wordt ook het cyclische karakter zichtbaar. 

Want elke relatie geeft de mogelijkheid tot bevragen: bij voorbeeld: wat voor impact heeft het spreken op je houding? Wat is het verband tussen je houding en zienswijze? Wat is het gevolg als je meer aandacht (g) schenkt aan a-f?


We kunnen ook dit resultaat weer oppakken door nu expliciet te gaan vragen naar een te hanteren maatstaf. 


F. Denkbeweging 4: op zoek naar een maatstaf


1. wat is volgens ons hier een juiste zienswijze? Wat zou dat kunnen inhouden?

2. Wat zou een juiste houding kunnen inhouden?

3. Kunnen we hier spreken van juist gedrag? Wat zou dat betekenen?

4. Hoe zou een juist spreken klinken?

5. Hoe kan dit bijdragen aan een juiste levenswijze? Wat versta je daar onder?

6. Wanneer is hier sprake van een juiste inzet? Wat zou dat betekenen? Hoe zou dat er uit zien?

7. Wat zou hier een juiste aandacht inhouden? Voor wie en wat?

8. Wat zou nu een juiste vorm van concentratie zijn? Waarop?


Afsluitende vraag: waar draaide dit nu om (Wat is de naaf van het wiel)?


Duur: stappen 1 tot en met 4 zijn binnen een uur uit te voeren. Inclusief de daaropvolgende denkbewegingen (B-F) kan de oefening een dag lang als onderzoeksschema gehanteerd worden. Desgewenst kun je een meerdaagse retraite vorm geven aan de hand van deze weg waarin filosofie en meditatie samenkomen. Neem dan niet zozeer een situatie als wel een thema als uitgangspunt: Wat is hier de vraag? Wat is het thema, wat nemen we als de focus van ons onderzoek? Loop dan de 8 bovengenoemde stappen langs.


Overzicht: dit pad wordt in de boeddhistische tradities vaak weergegeven als een wiel. we kunnen dus met de klok meedraaien of een tegenbeweging inzetten, we kunnen dan ook de verbanden (tussen de stappen 1-8) makkelijk (en visueel) weergeven en we kunnen de verschillende elementen nader toelichten en in verband brengen met ons thema.



Literatuur

Dhamma cakka pavattana sutta: De eerste leerrede (sutta) [waarin de Boeddha] het Wiel (cakka) van de leer (dhamma) in beweging zet (pavattana). Deze Sutta is te vinden in de Pali-canon (SN 56.11). Deze leerrede is vertaald in b.v. Aldus sprak de Boeddha, een bloemlezing uit de Pali-Canon samengesteld, vertaald en toegelicht door Jan de Breet en Rob Janssen, uitgegeven door Asoka, p. 112.


Auteur: Peter van Hooft is socratisch boeddholoog. Hij brengt filosofie en meditatie samen en praktiseert dit onder andere als wijsgerig coach en archè-trainer. Hij organiseert kleinschalige seizoenretraites. Daarnaast begeleidt hij al vele jaren reisgezelschappen door de wereldfilosofie: een jaar lang filosofie en filosoferen vanuit verschillende wijsgerige tradities.