Boeddho-socratische werkvormen. Herinnering 1 lichaam als lijf

De her-innering van het lichaam als ons lijf


Workshop op de Socratische Landdag 2016


Als socratisch boeddholoog werk ik met filosofie en dialoog, aandacht en meditatie en in deze workshop komt dit alles tezamen in de gezamenlijk te beantwoorden vraag wat het is ons iets te her-inneren. Als VB van dit 'iets' neem ik niet zozeer een model-herinnering, zoals eerder aangekondigd, maar wil ik vooralsnog blijven bij de tevens aangekondigde lijflijke gewaarwording en aan de hand hiervan ons lichaam her-inneren en a.h.w. in-lijven. Wat bedoel ik daarmee?

 

We doen een meditatiesessie  waarbij de aandacht wordt gevestigd op/in jouw lijf als beleefd subject i.t.t. het lichaam als waargenomen object. Daarmee her-inner ik het lijf als een van binnen uit ervaren aanwezigheid. Als ervaring niet vanzalfsprekend, blijkt steeds weer. Hierbij volg ik Arthur Schopenhauer die opmerkte dat er maar één object in deze wereld is dat we van binnenuit kunnen waarnemen en dat is ons lijf. Het is het enige onmiddelijke, d.w.z. direct te ervaren object in deze wereld. [WWV I. Par 19] Maar alhoewel dit in zekere zin  evident is, vergeten we dit vaak en ervaren we ons lijf als een object (zoals een medicus dit doet, of de spiegel ons toont). Dit contrast wil ik onderzoeken door deze grotendeels visuele voorstelling van ons lichaam te plaatsen tegenover de doorleefde her-innering van ons lijf en zo ons lichaam te her-inneren als ons lijf. Deze oefening heeft een effect dat je kunt beschrijven als een kennis maken met, maar ook als een thuiskomen in je lijf.

 

Dat doe ik door de aandacht te richten op 3 punten: Het gemakkelijkst kunnen we ons lichaam, naar mijn ervaring, her-inneren (inlijven), wanneer we onze aandacht vestigen op, of beter gezegd in 2 aandachtsvelden: in ons gelaat en in onze handen. Gedurende de laatste aANZet-voorjaarsretraite werd mij ook duidelijk warom dat zo is. We lazen in het filosofisch testament van Samuel IJsseling. Daarin schrijft hij over de tijd, het schrift en het verschil en herinnert ons op p. 54 aan een opmerking van Aristoteles die stelt dat de hand samen met het gezicht het meest bezielde en meest persoonlijke is van de mens. Dat is blijven hangen, dat herinner ik mij en daarom wil ik hier deze ervaring van gelaat en handen hier weer eens oproepen, meditatief/ fenomenologisch ervaren en socratisch bespreken. Het derde aandachtspunt staat in contrast hiermee en is vaak het lastigste punt om ons te her-inneren. Dat zijn onze voeten. Dus we geven smoel, handen en voeten aan het her-inneren van ons lijf. Ofwel: hoe kun je je zelf in-lijven?

 

We combineren als vanouds meditatie met het Socratische Gesprek en wel als volgt: we doen een meditatie, we bespreken deze, we doen een schrijfoefening en bespreken de ervaring als geheel aan de hand van onze schrijfsels.

 

Plaats: Leusden, ISVW, 21 mei 2016. MAX 8 pp